Over Advent en Kerstmis

Op weg naar KerstOp 1 januari vieren we het begin van het nieuwe jaar – met sterretjes en vuurwerk. Maar op de eerste zondag van de Advent vieren we het begin van het nieuwe kerkelijke jaar – met de ster van Bethlehem en kaarsen. Deze twee jaren lopen dus niet gelijk!

Het verschil zit hem hierin dat het gewone jaar geijkt is op de beweging van onze aarde rondom de zon. De seizoenen bepalen de verdeling van het gewone jaar. Het kerkelijke jaar is echter geijkt op de beweging van onze aarde rondom…de Zoon. De gebeurtenissen in het leven van Jezus, de Zoon van God, bepalen de verdeling van het kerkelijke jaar. De belangrijkste momenten in Jezus’ leven zijn Kerstmis (Zijn geboorte), Pasen (Zijn dood en verrijzenis) en Pinksteren (als Hij Zijn leerlingen en vrienden de H. Geest geeft).

Maar we beginnen met de Advent en Kerstmis, deze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Advent komt van het Latijnse woord ‘adventus’ dat ‘de komst’ betekent. Maar wie of wat komt er dan?

Dat is Jezus natuurlijk, Advent is uitzien naar Zijn geboorte. Wie had dat kunnen bedenken? God die zo ver weg is, hoog en verborgen in de hemel, komt één keer kwetsbaar en tastbaar als een kind naar onze aarde, om hier rond te lopen en op te groeien.

Adventskrans

Terwijl het in deze periode van het jaar buiten steeds donkerder en kouder wordt, leven we in de kerk juist toe naar een feest van licht en warmte: Kerstmis, de geboorte van Jezus Christus. Hij wordt ook wel eens ‘het Licht der wereld’ genoemd. Daarom wordt Zijn komst, of Zijn geboorte, tijdens de Advent symbolisch zichtbaar gemaakt met behulp van de adventskrans. Deze is gemaakt van groene takken waarop vier witte kaarsen staan. Elke zondag van de Advent wordt één extra kaars aangestoken, zodat de krans steeds helderder gaat branden, want Jezus’ geboorte nadert snel. Als alle vier de kaarsen branden, dan is Kerstmis aangebroken.

Kerststal en cadeautjes

Christenen vieren dat tweeduizend jaar (en een beetje) geleden Jezus werd geboren in een stal. In de katholieke kerk is het de gewoonte om dit uit te beelden met een mooie kerststal. Hierin zien we Jozef, Maria en het kindje Jezus in een kribbe, maar ook een os en ezel, vaak een engel en heldere ster boven de stal, en aan weerszijden herders en wijzen.

De eerste kerststal is bedacht door de heilige Franciscus van Assisi in 1223. Dit was een ‘levende’ kerststal met mensen die het tafereel naspeelden. Hij bedacht dit om de aandacht weer op de geboorte van Jezus te vestigen, omdat voor veel gelovigen kerstmis – ook toen al! – vooral een feest van cadeautjes geven geworden was.

Het is wel belangrijk om elkaar cadeautjes te geven, want hiermee laten we zien hoe gul en genadevol God zelf is, want Hij gaf ons ook een prachtig cadeau, namelijk Zijn hemelse Zoon Jezus Christus.