5 november: Prof. Dr. J.B.M. Wissink 40 jaar priester

Op zondag 5 november viert pastor Wissink dat hij 40 jaar geleden tot priester werd gewijd. Wij kennen pastor Wissink als een graag geziene pastor die op een plezierige manier ons raak kan toepreken. Maar wie is professor Wissink? We willen proberen die vraag te beantwoorden.

Feestelijke Eucharistieviering 5 november om 14:00 uur

Op zondag 5 november zal pastor Wissink voorgaan in een feestelijke eucharistieviering in de Mariakerk in De Meern. Deze viering is om 14.00 uur (afwijkend tijdstip) en wordt muzikaal ondersteund door Singhet die Mare met gastleden uit koren van de andere kerken waar hij voorgaat.

U bent van harte uitgenodigd. Als U Pastor Wissink wilt feliciteren bent u welkom na de H. Mis in De Schalm. Daar staan dan een hapje en een drankje klaar. Maar ook in de kerk na de Mis zal hij vóór in de kerk staan om felicitaties in ontvangst te nemen.

Over pastor Wissink

Jozef Wissink is geboren op 2 februari 1947 in Keijenborg, een kerkdorp in de achterhoek nabij Hengelo (gld). Hij was de zevende van negen kinderen. Zijn ouderlijk huis beschrijft hij als een warm katholiek nest, een vrolijke familie met een vroom-nuchtere sfeer. In 1958 vroeg de kapelaan van de parochie hem of hij geen priester wilde worden. Hij vond dat eigenlijk niet zo’n gek idee en werd toen, ook al was het maar voor 1 jaar, misdienaar.

In 1959 ging hij naar het klein-seminarie in Apeldoorn en behaalde daar in 1965 het gymnasium(alpha) diploma. Van 1965 tot 1967 studeerde hij aan het Filosoficum Dijnselburg en van 1967 tot 1974 aan de Katholieke Theologische Universiteit Utrecht. (KTUU, voordien KTHU). In 1968 heeft hij ook nog een jaar gestudeerd aan de University of Notre Dame in Indiana (VS). In 1974 slaagde hij voor het doctoraal examen aan de theologische faculteit van de Universiteit van Utrecht met als hoofdvak: systematische theologie en met de bijvakken: exegese van het nieuwe testament en godsdienstwijsbegeerte. Hij herinnert zich nog met plezier hoe de theologie in die tijd steeds vaker samen met protestantse theologiestudenten gebeurde. Er was een groep die het ene jaar teksten van de heilige Thomas van Aquino las en het andere jaar van Karl Barth, de grootste protestantse theoloog van de twintigste eeuw.

Tijdens zijn studie brak in de kerk de vernieuwing door. Voor Jozef Wissink kwam toen alles een beetje op losse schroeven te staan. Er kwamen vragen, zowel over het geloof als over het priesterschap en het celibaat. Maar hij zette de theologiestudie voort, misschien ook wel met het motief van de onrechtvaardige rentmeester uit de parabel van Jezus: “Spitten kan ik niet en voor bedelen voel ik mij te goed”. Als pragmaticus redeneerde hij dat, mocht het geen priesterschap worden, hij met die wetenschap altijd nog les kon geven. Bij de zoektocht naar God en de eigen plaats in de kerk hebben de Benedictijnen een grote rol gespeeld.

Na die studie wist hij dat zowel de wetenschap als het pastoraat voor hem zeer belangrijk waren. Hij werd parttime pastor en begon aan een promotiestudie. Het is niet te verwonderen, dat zijn proefschrift over Karl Barth ging. Later volgde nog een boek over Thomas van Aquino. In 1977 werd hij door kardinaal Willebrands tot priester gewijd.

Van 1975 tot 1989 bleef Jozef Wissink werkzaam in de wetenschap en het pastoraat. Het pastoraat was in Hoograven (Utrecht), De Bilt en De Meern. De wetenschap was in de opleiding aan het Ariënskonvikt, de toenmalige opleiding voor het priesterschap, en later aan de Katholieke Theologisch Universiteit van Utrecht. De wetenschappelijke studie resulteerde in een promotie in 1984 waar hij cum laude promoveerde op basis van het proefschrift “De inzet van de theologie. Een onderzoek naar de motieven en de  geldigheid van Karl Barths strijd tegen de natuurlijke theologie.”

Het jaar erop werd hij gevraagd om aan die KTUU een docent in de systematische theologie te  vervangen. Toen die besloot om slechts halftime terug te keren, werd hij halftime docent aan de KTUU. In 1991 werd Jozef Wissink in Groningen benoemd tot bijzonder hoogleraar voor anderhalve dag per week. Daardoor, verdween het pastoraat in 1989 als beroepsuitoefening van het toneel. Maar zoals wij gelukkig regelmatig mogen ervaren, maken het preken, de persoonsbegeleiding en de volwassenencathechese nog steeds een intensief deel van zijn leven uit. In 2000 werd hij gevraagd om gewoon hoogleraar te worden in de praktische theologie. Hij moest dat vak toen zelf nog leren kennen. Het was dan ook geen wonder dat hij na een jaar een hartinfarct kreeg. Maar toen kreeg hij tenminste tijd om zich in het nieuwe vakgebied in te studeren. En hij is nog van het vak gaan houden ook, zodat hij er geen spijt van heeft gekregen dat hij die stap gezet heeft. Na zijn pensioen in 2012 schrijft hij nog steeds artikelen en is hij geestelijk begeleider voor een aantal mensen. En natuurlijk blijft hij preken en voorgaan in de eucharistie.

In de hobbysfeer noemt hij muziek en opera. Verdi, Puccini, Mahler, Bruckner en Wagner scoren hoog, al komt ook Richard Strauss opzetten. Hij heeft nog steeds een concertabonnement, samen met collega Bernard Höfte. Hij leest ook graag romans, maar komt daar minder aan toe dan hij zelf zou willen. Elke morgen begint met het bidden van het brevier en het lezen van de krant. Ook puzzelt hij graag. Hij lost cryptogrammen op, samen met zijn huisgenote Henny en sudoku’s (zonder haar).