Palmzondag

Jezus nadert Jeruzalem, de ‘Stad van vele poorten’, zoals zij van oudsher heet. Als een kroon rust de oude stad op de berg Sion. De grootse poorten rondom zijn als edelstenen. Jeruzalem, stad van Davids troon, maar bovenal…stad van Gods tempel. Hoog boven de vlaktes rondom, ligt de tempel als een scharnier tussen hemel en aarde.Jezus intocht in Jeruzalem

Hij komt vanaf de Olijfberg, de zuster van de Sion. Op slechts een korte afstand ligt Jeruzalem te wachten als Jezus’ troon, want Hij – Zoon van David, Zoon van God – is de rechtmatige erfgenaam. Maar voordat Hij plaats kan nemen op deze troon moet Hij eerst nog van de Olijfberg dalen, en door een dal gaan, Hij loopt door Gethsemane tussen de olijfbomen, en bestijgt de Sion.

De Sion is steil, een zware klim, maar Jezus kan plaatsnemen op een ezel. Een eenvoudig, soms wat onooglijk, maar dienstbaar en krachtig dier. Achter de top klinkt aanzwellend rumoer. Misschien dat sommige van de leerlingen die Hem vergezellen wat onzeker worden, angstig. Maar als de poort weer zichtbaar wordt blijkt het gejuich te zijn, gezang! Een menigte verwelkomt Jezus, met palmen, mantels en zang. Jezus’ roem is Hem vooruit gesneld. Mensen huilen van vreugde en verlichting en voelen de diepe overtuiging: dít is Hem, dit is de Messias waar we al zo lang naar uitzien!

Maar niet iedereen.

Sommigen worden weliswaar een moment geraakt door het enthousiasme van anderen, maar hernemen zich dan en vragen aan de mensen om hun heen: “Ok, maar…wie is die man?”. Uit de menigte klinkt “Dat is Jezus, de profeet uit Nazareth”. Er zullen meerdere antwoorden geklonken hebben.
Jezus stelde dezelfde vraag aan zijn leerlingen: “Wie zeggen de mensen dat Ik ben?”. Er klinken ook dan meerdere antwoorden, maar Petrus – arme Petrus die straks alsnog zo in de fout zal gaan – geeft het meest diepe en ware antwoord: “U bent de Messias”. De gezalfde, de Christus, de Mensenzoon, het Lam Gods…

Hier zijn wij nu, meer dan tweeduizend jaar later. Als betrokken omstanders van deze timmermanszoon. We luisteren nog altijd naar de woorden die Hij sprak aan de oevers van Galilea en in de heuvels rondom. Realiseert u zich hoe bijzonder dat is? Waarom blijven wij elkaar toch treffen rondom deze mens? Dit moet meer zijn dan slechts een gewoonte of plicht. U hoeft niet bij Hem te verwijlen, maar u doet het wel. Wat raakt u toch ten diepste in Jezus? En wilt u hiervan verhalen? Als dierbaren, vrienden, vreemden en tijdgenoten aan u vragen ‘Wie is die man toch?’. Wat is dan uw antwoord?

Als Pasen nadert, nemen de muren van Jeruzalem Jezus in een warme omhelzing, maar ze sluiten zich al vlug als de muren van een cel. De dag dat Jezus in Jeruzalem ontvangen wordt is een bitterzoete dag. Ja, het is feest en de mensen zijn verheugd. Maar velen zullen zich spoedig alsnog tegen Hem keren. Want als je in Zijn nabijheid verblijft, als je je leven op Hem probeert te richten, dan blijkt dit niet altijd eenvoudig te zijn.